top of page

Basistesten kunstrijden

Om de voortgang van je technische schaatsvaardigheid te monitoren werken we met basistesten. Per basistest wordt aangegeven wat je allemaal hebt geleerd tijdens de kunstschaatslessen.


Een paar keer per jaar houden we diplomaschaatsen, dan mag je voor een jury laten zien wat je kunt. Slaag je voor een bepaald diploma, dan krijg je een mooi certificaat.


Hieronder staat een overzicht van alle basistesten:

Basistest A:

•voorwaarts rijden,

•stoppen

•slalom om pionnen

•ooievaar voorwaarts

•zitje op twee benen

•achterwaarts rijden op 2 benen (eieren leggen)

•kleine opsprong met twee voeten tegelijk


Basistest B:

•achterwaarts rijden

•kattensprong

•zweefstand voorwaarts (L of R), 3 meter volhouden

•sleepje, 3 meter volhouden

•draai van voorwaarts naar achterwaarts (2 voeten)

•chassé voorwaarts, links en rechts een ronde op hockey cirkel

•ooievaar achterwaarts.


Basistest C:

•met snelheid schaatsen tussen lijnen

•losse drieën voorwaarts buitenwaarts links en rechts

•visjes voorwaarts breed,

  • waarbij de armen 3x opzij gaan tegelijk met de benen, dan 3x waarbij het ijs met platte handen wordt aangeraakt, daarna 3x met vrije armbeweging.

•in 8 vorm: voorwaarts chassé linker zweefstand, links voorwaarts chassé, rechts zweefstand geheel 1 keer

•in 8 vorm: voorwaarts chassé links slalom om pionnen, voorwaarts chassé rechts slalom om pionnen het geheel 1x

•op cirkel links of rechts draaien op het ijs met twee benen achter elkaar door

•op rechte lijn: 2x schaatsen ooievaar voorwaarts, 1x “brede vis”, draai op 2 benen naar achterwaarts, ooievaar achterwaarts, draai naar voorwaarts, stoppen.


Basistest D:

•mohawks links of rechts (op cirkel)

•voorwaarts overstappen links en rechts op cirkel

•achterwaarts overstappen links en rechts op cirkel

•pirouette op 2 benen

•zweefstand achterwaarts, 5 meter volhouden

•zitje 1 been

•drietje met haasje er achter, links of rechts.

Basistest E:

•in 8 vorm: op cirkel drieën maken, schuin oversteken naar andere cirkel, drieën maken, terug oversteken

•in 8 vorm: achterwaarts overstappen op cirkel

  • schuin naar andere cirkel 3x mohawk, op andere cirkel achterwaarts overstappen, weer 3x mohawk naar andere cirkel andere kant op draaien dan de eerste

•passenserie op kleine cirkel

•op cirkel: sprongen op 2 benen achter elkaar door, 6 sprongen van voorwaarts naar achterwaarts en van achterwaarts naar voorwaarts

•achterwaarts overstappen op cirkel 1 ronde, daarna landingshouding aannemen voor sprongen en zo ¼ van de cirkel blijven staan

•voorwaarts buitenwaartse halve bogen

•voorwaarts binnenwaartse halve bogen


Basistest F:

•Voorwaarts cross rolls

•Voorwaarts slangenboog links en rechts

•Spreid Rittberger

•Kadet

•Spot

•Salchow

•Standpirouette


Basistest G:

•Passenserie op cirkel

•Wisselpirouette (minimaal 3 draaien per wissel en/of houding)

•Spot

•Salchow

•Rittberger

•Combinatiesprong

•Kür: alle elementen moeten worden uitgevoerd op muziek. De kür duurt 1.00 tot 1.30 minuut en men maakt gebruik van 1/3 van de ijsbaan.


Basistest H:

•Waltzdrieen van moves in the field interbrons

•Achterwaarts buitenwaartse bogen (m.i.f. interbrons)

•Achterwaarts binnenwaartse bogen (m.i.f. interbrons)

•Achterwaarts pirouette (min. 3 draaien)

•Zitpirouette (min. 3 draaien)

•Combinatie: rittberger-rittberger

•Flip

•Lutzoefening met binnenwaartse drietjes


Basistest I:

•Overstappen power circle (MIF)

•Zweefstanden op bogen (MIF)

•Rittberger-drieën

•Lutz

•Combinatie van 3 verschillende sprongen

•Wagepirouette

•Pirouette met 2 verschillende posities 






bottom of page